Das Rheingold
![]() | Yannick Nézet-Séguin | |||||
Rotterdams Philharmonisch Orkest | ||||||
Date/Location
Recording Type
|
Wotan | Michael Volle |
Donner | Thomas Lehman |
Froh | Issachah Savage |
Loge | Gerhard Siegel |
Fasolt | Stephen Milling |
Fafner | Mikhail Petrenko |
Alberich | Samuel Youn |
Mime | Thomas Ebenstein |
Fricka | Jamie Barton |
Freia | Christiane Karg |
Erda | Wiebke Lehmkuhl |
Woglinde | Erika Baikoff |
Wellgunde | Iris van Wijnen |
Floßhilde | Maria Barakova |
Stage director | – (concert performance) |
Set designer | – |
TV director | Lauran Jurrius |
Er was haast geen betere cast denkbaar voor Das Rheingold in Rotterdam ★★★★☆
Eredirigent Yannick Nézet-Séguin streeft met het lenige Rotterdams Philharmonisch Orkest voortdurend naar maximale klankschoonheid.
In februari 2020, enkele dagen voordat de eerste coronabesmetting in Nederland werd geconstateerd, speelde het Rotterdams Philharmonisch Orkest een memorabele concertante uitvoering van Richard Strauss’ Die Frau ohne Schatten. Eredirigent Yannick Nézet-Séguin nam toen een topcast mee naar De Doelen. Dat deed hij afgelopen vrijdag opnieuw voor Richard Wagners Das Rheingold. Weer spoorde hij zijn oude orkest aan tot grote hoogten.
Rheingold is de eerste van vier opera’s in de mythologische cyclus Der Ring des Nibelungen. Het is een soort prequel waarin de reeks gebeurtenissen wordt ontketend die in de andere drie opera’s uiteindelijk zal leiden tot de ondergang van de Germaanse goden.
De ellende begint onder water, in de Rijn, waar drie waternimfen het Rijngoud bewaken. Ze geilen de dwerg Alberich op en lachen hem vervolgens uit. Vertoornd steelt hij het goud. Door de liefde voor altijd af te zweren, kan hij er een magische ring van smeden die hem alleenheerschappij over de aarde geeft.
Deze openingsscène is meteen een hoogtepunt, dankzij een ijzersterk drietal Rijndochters, onder wie de Nederlandse Iris van Wijnen, en de bas-bariton Samuel Youn. In de rol van Alberich tiert, buldert en schuimbekt hij alsof hij alle Bond-schurken ineen is. Youn kan zich al dat schmieren permitteren, want vocaal levert hij een prachtprestatie.
Even diabolisch op een subtielere manier is Gerhard Siegel als de sluwe halfgod Loge, de adviseur van de oppergod Wotan, een geweldig acterende Michael Volle. Heerlijk hoe Siegel smalend op de allitererende medeklinkers kauwt terwijl de twee het stelen van de ring beramen. Je vindt geen betere vertolkers voor deze rollen, al mist Volle deze keer af en toe volume en klinkt hij aan het einde van de avond een beetje vermoeid.
Heel bijzonder is de kans om de Amerikaanse mezzosopraan Jamie Barton te horen in een van haar beste rollen, die van Wotans echtgenote Fricka. En de mooie Duitse alt Wiebke Lehmkuhl is hypnotiserend als ze Wotan waarschuwt voor de vloek van de ring.
Alleen Thomas Ebenstein als Alberichs getreiterde broer Mime valt uit de toon. Zijn half-gezongen, half-gesproken gegrien paste vorig jaar in een Rheingold-uitvoering op historische instrumenten in de ZaterdagMatinee in het Concertgebouw in Amsterdam, maar steekt nu schril af tegen al de Wagner-kanonnen.
Nézet-Séguin streeft met de lenige Rotterdammers voortdurend naar maximale klankschoonheid. Tussen de dramatische pieken door zoomt hij in op idyllische passages, zonder dat er een spatje spanning uitsijpelt. De energie waarmee hij tweeënhalf uur lang zangers en musici elektriseert, dat is pas toverkracht.
Jenny Camilleri | 24 april 2022
Deze ‘Das Rheingold’ was de Dwerg-versus-Vuurgod-show
De opera die Yannick Nézet-Séguin in Rotterdam vlak voor corona dirigeerde werd zo enthousiast ontvangen, dat moest wel vervolgd worden. Donderdag hoorde een goed gevulde Doelen een prachtige Wagner.
De vorige keer dat ex-chef Yannick Nézet-Séguin naar het Rotterdams Philharmonisch Orkest terugkwam om, een maand voor corona, een concertante opera (alleen muziek, geen regie, kostuums, decor) te dirigeren – Richard Strauss’ Die Frau ohne Schatten – zinderde het resultaat nog een tijd na. Zo’n belevenis smeekte om een vervolg, dat er vorige week voor een goed gevulde Doelen kwam: Wagners Das Rheingold. En hoe!
Het was nog even zoeken aan het begin: haperende fagotten en rommelige hoorns verraadden een zenuwachtig orkest, al werd dat snel rechtgetrokken door rotsvaste contrabassen, het ongebreidelde enthousiasme van Nézet-Séguin en een bataljon solisten van een verrukkelijk hoog niveau.
Buitencategoriegoed: bas-bariton Samuel Youn (dwerg Alberich) en tenor Gerhard Siegel (vuurgod Loge). Allebei hadden de memo ‘concertant’ gemist: Youn werd in alle hoeken van zijn paar vierkante meter een kruiperige dwerg, letterlijk scheel van hebzucht en macht, met dramatische vibratoloze uithalen en knauwende steken onder water. Hoor hoe hij de liefde vervloekt, met de eerste lettergreep van ‘Liebe’ net vals boven de toon, en de tweede net vals eronder. Daartegenover stond vuurgod Loge in driedelig pak (vuurrode stropdas) de kale, bolle, verfijnde maar eigenwijs komische butler van oppergod Wotan (bariton Michael Volle) uit te hangen. Met zijn aanstekelijke mimiek kreeg hij zelfs een glimlach op het gezicht van Fafner, bas Mikhail Petrenko, die in de tweede akte zichtbaar genietend van zijn collega even vergat angstaanjagende reus te zijn. In de kleinere rollen was het vooral Issachah Savage (Froh) die met zijn paar lyrische tenorzinnen benieuwd maakte naar meer.
Niet elke heerlijk golvende slag van Nézet-Séguin was in het orkest te horen, maar zijn enthousiasme sterkte het orkest voelbaar. Veilig afgeschermd door de theatrale solisten kleurden de fagotten al snel prachtig, het koper knetterde lustig. Vooral in uitbarstingen, bijvoorbeeld een prachtig opgebouwde climax aan het einde van de tweede akte, werd je bijna uit je stoel getrokken van opwinding.
Rahul Gandolahage | 25 april 2022